De panden zijn talloze malen verspijkerd, doorgebroken en verbouwd. Om onderdak te bieden aan valken, officieren, gezanten, hofrijtuigen en grote balen te vernietigen rijksdocumenten. En aan het beroemde ‘kabinet der zeldzaamheden’.
Het begin
De eerste bebouwing was waarschijnlijk een laad- en losplaats voor het jachtslot van Floris V. Het huidige Den Haag was destijds, in de 13e eeuw, niet veel meer dan een slot (de Ridderzaal) met een hofvijver en een ommuurd binnen- en buitenhof. Van dat laatste hof werd steeds meer ruimte afgesnoept. Beginnend bij de huidige Gevangenepoort met een gebouw voor de overslag van goederen.
Hollandse vorsten
Waar nu de nieuwbouw van DPC van glas, staal en geperforeerd aluminium staat, werd in 1467 een verblijf voor valken gebouwd. Dat was eeuwenlang een bezit van Hollandse graven of stadhouders. Alleen zij konden zich de peperdure vogeljacht veroorloven. Valken en haviken werden tot in Scandinavië gevangen, vervolgens afgericht en hun leven lang tot in de puntjes verzorgd. Van graaf Floris V tot stadhouder Frederik Hendrik, ze deden allemaal aan de vederjacht in het Haagse duingebied.
In het Valkenhuis zijn later ook jachthonden, paarden en zelfs brandspuiten gestald. Voor de rijtuigen van prins Willem III was de oude doorgang, die via Buitenhof 38 zo ongeveer recht op de Pathé bioscoop afliep, te smal. Hij liet in de 17e eeuw een koetsiersingang maken richting Hofvijver, op de plek waar nu DPC’ers ’s morgens hun rijkspas aanbieden. Het historische Valkenhuis werd in de 19e eeuw afgebroken. De huidige nieuwbouw werd pas in 2006 neergezet.
Valkerij anno nu
Tegenwoordig is de valkerij nog steeds een hobby. Ook bestaan er nog steeds beroepsvalkeniers. Ze worden zelfs steeds meer ingezet om overlast van grote aantallen vogels te bestrijden. Bijvoorbeeld op industrieterreinen. Ook geven valkeniers roofvogeldemonstraties en roofvogel- en valkerijworkshops. Hiermee houden ze het oude ambacht levend.
Gezanten en officieren
Het statige Vijverhof verrees in 1647. Het gebouw van de net overleden Hofsmit werd ervoor gesloopt. In de archieven is het beter bekend als het Noyelleshuis, vernoemd naar Jacques-Louis, graaf de Noyelles. Hij was generaal van het Staatse leger en woonde er tussen 1685 en 1708.
In dit gebouw, grofweg opgetrokken in de stijl van het Hollandse classicisme, huisden door de jaren heen vooral gezanten, officieren en ambtenaren. Er zat ooit een sociëteit, een nutsschool, de Rijksdienst voor de Bewaring van Hypotheken, het Kadaster en een dependance van de Tweede Kamer in.
Fossielen en koralen
In 1766 kwam het vermaarde Kabinet van Natuur en Kunst van stadhouder prins Willem V naar de Vijverhof. Een ontzagwekkende verzameling munten, geprepareerde vlinders en vogels, fossielen, koralen, een opgezet nijlpaard en giraffe, zo’n 8000 boeken, vele handschriften en prenten van Rubens en Van Dijck en schilderijen van onder andere Rembrandt en Jan Steen. Om alles onderdak te geven, kocht de prins in een kleine 10 jaar de huizen tussen Vijverhof en Gevangenpoort op.
Galerij Willem V
Lang heeft het kabinet van prins Willem V er niet gezeten. Het leger van Napoleon roofde bijna de hele collectie na hun Franse in Nederland in 1795. Het overgrote deel kwam weer terug toen koning Willem I het enkele decennia wist terug te krijgen uit Parijs. Maar drie jaar later, in 1820, verhuisden de schilderijen en zeldzaamheden naar het Mauritshuis, dat net door het Rijk was aangekocht. Willems bieb ging naar het paleis op de Lange Voorhout, zijn natuurlijke historiën en prenten naar Leiden en Amsterdam.
Een klein deel van de schilderijen van de prins hangt er echter weer. Die kwamen in 1977 weer terug in de grote zaal die hij er in 1774 speciaal voor had laten bouwen. En sinds enkele jaren is de Galerij Prins Willem V, aan de Buitenhof 33, weer zo ongeveer in oude luister hersteld.